Waterpolo Trainingen
De ontwikkeling van kinderen in het algemeen en in de sport is een complex proces. Als kinderen de wil en het talent hebben om het uiterste uit zich zelf te halen, is er een lange opleidingsweg te gaan. In een kwetsbare periode van hun leven maken deze kinderen op allerlei vlakken ingrijpende veranderingen door.
De balans tussen de ontwikkeling in het waterpolo en de voorbereiding op een maatschappelijke vervolgloopbaan, is hierbij cruciaal. Het maximaal benutten van de ontwikkeling van sporters wordt in de samenleving gezien als van grote betekenis voor de toekomst van ons land.
Dit biedt kansen voor talenten in de sport! Het signaleren van kansen en praten hierover is echter niet voldoende. We moeten tot concrete faciliteiten en voorzieningen komen, waardoor sporters de vele vereiste trainingsuren kunnen maken, professionele coaching en begeleiding voldoende aanwezig zijn, en school en studie op de specifieke situatie aansluiten. Deze ingrediënten vindt het WOC belangrijk en dienen als uitgangspunt voor de aangeboden programma’s.
Het Waterpolo Opleidingscentrum (WOC) gaat van de veronderstelling uit dat waterpolo in de jongste jaren wordt geleerd, en vanaf circa 17 jaar slechts nog verder kan worden verfijnd. Wij volgen daarbij het principe waar we in Nederland alom mee gewend zijn kinderen iets aan te leren, namelijk professionele scholing. Na leren lopen, is leren zwemmen het vroegste waar een kind met (georganiseerd) onderwijs in aanraking komt. Vervolgens (of in dezelfde periode) gaat het aan het eind van groep twee leren lezen en schrijven. Als deze basisvaardigheden (naast stil zitten in de klas) voldoende zijn, gaat het kind verder met leren rekenen, taal, cultuur, en nog veel meer. In groep 8 volgt dan meestal de Cito-toets. Mede daarop gebaseerd wordt gekozen voor een vervolgtraject in het voortgezet onderwijs. De eerste serieuze toetsing vindt plaats in het twee jaar van de brug klas. Het kind is dan normaal gesproken 13-14 jaar. Het eerste echte examen volgt dan op 16 jarige leeftijd (VMBO), of later (HAVO, VWO).
De aangeboden trainingsprogramma’s van het WOC, die o.a. worden gebruikt bij de WaterPoloSchool (WPS) en Regionale Trainings Centra (RTC), zijn gebaseerd op een individuele ontwikkeling, waarbij het aanleren van de juiste vaardigheden in de bepaalde leeftijdscategorie voorop staat. Op deze wijze hebben de kinderen, hun gehele leven profijt van het aangeleerde.
Uit het voorgaande blijkt ook dat er veel kansen zijn voor samenwerking tussen het onderwijs en de sport op het gebied van talentontwikkeling. Zo kan aanpassing van onderwijsprogramma’s op de wedstrijd- en trainingsprogramma’s het rendement verhogen, en de uitval van talenten voorkomen.